Carriere op zee

Dat onze voorouders een band hadden met zee mag spreekt voor zich. Generaties hebben hun gezinnen kunnen onderhouden van de visvangst. Hard werken van jongs af aan om zo langzaam op te klimmen naar de rol van schipper. Dit kunnen we mooi waarnemen in de Monsterrollen van de schepen die van Zwartewaal vertrokken.

Zo kunnen we lezen dan Abraham Kwak op 10 jarige leeftijd voor het eerst naar zee gaat als bemanningslid van het Nederlandse Hoekerschip genaamd “Aart Johannes”, 82 gemeten tonnen, eigendom van Reeder de heer Aart Rietdijk. Schipper is Leendert Visser. Vijf jaar hiervoor, op 7 april 1854, was de toenmalige schipper van dit schip A. van Eyk, nog in het nieuws. Deze ontving van het Engelse Gouvernement een zilveren medaille voor het redden van in de Noordzee van kapitein Adam Currie, van het in zinkenden staat verkeerd hebbende Britsche schip Dolphin.

Abraham heeft op zijn eerste reis de rol van Afhouder. De Afhouder was het jongste lid van de bemanning en kreeg de eenvoudige klusjes aan boord te doen. Maar hielp bijvoorbeeld ook met het bergen van de netten in de kleine ruimte in het achterschip.

Als hij 12 jaar is gaat hij wederom als Afhouder mee. De reder is dan inmiddels overleden en in de handen van de erven van A. Rietdijk. Hij vaart uit met het schip “de twee gezusters”  een Sloepschip van 71 ton.

Op zijn 13de gaat hij mee als Speerreephaalder op hetzelfde Sloepschip. Daarmee stijgt zijn gage 1 gulden per week toeneemt en hij 2,50 per week verdiend.

Op zijn 15de gaat hij mee als Reepschieter en stijgt hij langzaam in de rangorde binnen de Visserij.

Op zijn 18de en 19de gaat hij mee met het Sloepschip “Actief” van rederij C. Kwak & Zoon als Oudstealsvoorman. Op 1 augustus 1869 maakt hij zijn laatste reis vanuit Zwartewaal. Hoogstwaarschijnlijk heeft dit ook te maken met de verzanding van de haven en de afmonding van de maas. Hierdoor was het voor zwaardere schepen niet mogelijk om de haven nog aan te doen. De haringvisserij zal zich voor een groot gedeelte verplaatsen naar o.a. Vlaardingen. Ook Abraham zal hier naartoe verhuizen.

Hij zal na drie jaar trouwen in Vlaardingen waar hij ongetwijfeld verder zal doorgroeien. In zijn huwelijksakte met Anna Schouten is hij van beroep Zeeman net als alle getuigen die bij zijn huwelijk aanwezig waren. Ook de familie Schouten waar hij in-trouwt zijn alle zeevarende van beroep.

In het maritiem museum van Vlaardingen is zijn afbeelding te vinden waarbij als aantekening is vermeld “Portretfoto van schipper Abraham Kwak te Vlaardingen”.

 

Onderbouwing

Uitgaande van de datum van de monsterrol en de leeftijd van Abraham kunnen we vaststellen dat Abraham dus geboren is in het jaar 1849 te Zwartewaal. In de monsterrol staat aangegeven dat hij 10 jaar is. Als we de registers van de Burgerlijke Stand hier op na slaan van vinden we in Abraham Kwak geboren op 30 maart 1849. Zijn vader is Frans en moeder Matthewerina. We hebben hiermee dus kunnen vaststellen dat de Abraham uit de monsterrol uit onze directe lijn komt.

 

Bronnen