In het archief van Voorne Putten en Rozenburg ben ik op zoek gegaan naar het originele stuk behorende bij de reeds gevonden transcriptie. Tot mijn verbazing werd een groot geplastificeerd stuk binnen gebracht waarin de akte was opgenomen inclusief een lakzegel. Vermoedelijk van de Baron.
Wat erg jammer is dat het einde van het perkament is omgeklapt waarschijnlijk om het zegel goed te kunnen bevestigen. Hierdoor valt de handtekening van Jan Cornelisse Quack hier precies achter. Als je de akte tegen het licht houd dan zie je wel dat er wat staat maar echt goed leesbaar is het niet.
De onderstaande foto’s geven een mooi gedetailleerd beeld van de gehele akte. Het is mogelijk om de details te bekijken door de betreffende foto uit te vergroten zodat de teksten kunnen worden gelezen.
De transcriptie van deze akte is alsvolgt:
Wij mr. Cornelis Boon van Engeland, Balliu, Huybregt van der Hoet en Jan Arense Dijxhoren, schepenen der stede ende Vrije Heerlijkheyt van Heenvliet, doen te weten eenen ygelijken dat op huyden dato deser voor ons persoonelijk gekomen ende gekompareert is den Hoog Edelen ende Welgeboren Heere, Heer Jacob Frederik, geboren Baron van Schaage, Heere der stede ende Vrije Heerlijkheyt van Heenvliet etc., ende Jan Cornelisse Quak, woonende binnen de Heerlijkheyt van Heenvliet voornoemt. Dewelke bekende in erffpagt ende op erffpagtsregt uytgegeven, ende den voornoemden Jan Cornelisse Quak in erffpagtsregt ontfangen te hebben van den Hoog Edelen gebooren Heere van Heenvliet voornoemt, een werff leggende voor, agter en ter sijden sijn huys, groot seshondert roeden, staande aan den Rijswaartsen Dijk, tot eene stuver en een deuyt yder roede, soo als deselve in groote op huyden bij den landmeter Pieter Poortermans sijn opgemeten. Ende wijders bij aldien den besitter deser erffpagt, met concent van den Hoog Edelen Heere van Heenvliet, meerder maate van roeden mogte komen uyt te setten, sal alsdan van yder roede ten prijse als voren, meerder werden verhoogt. Zullende den Hoog Edelen Heere van Heenvliet in der tijd t’allen tijden vrij staan dese voorschreve werven te mogen doen naameten, off boven dese gedesigneerde maate meerder roeden en verder mogte sijn aangelegt ofte uytgeset. Bedraagende op huyden dese zeshonderd roeden, de somme van drie en dertig gulden en vijftien stuvers, dog bij aldien desen erffpagt besitter desen erffpagt precyselijk sal komen betaalen voor den eersten january in yder jaar, sal alsdan mogen volstaan te betaalen van yder roede eene stuver, bedraagende de somme van dertig gulden en anders niet.
Ende dat te houden van den Hoog Edelen geboren Heere van Heenvliet, tot eenen eeuwigen erffpagt ende erffpagtsregt. Sijnde tot elucidaatie daar en boven, nog van dese erffpagts conditie hierbij geconditioneert ende gestipuleert, dat den voornoemden Jan Cornelisse Quak ofte sijne actie in tijden ende wijlen besittende, gehouden sal sijn als dese erffpagt komt over te gaan op een ander persoon, ’t sij bij versterff, verkoopinge ofte andersins, dat alsdan dese partije sal moeten werden overgeboekt op den nieuwen besitter in ons register van de erffpagten, ende daarvan alsdan tot onsen behoeve moeten werden betaald een dubbelde pagt tot een rantsoen. Verbindende de voorschreve Jan Cornelisse Quak tot onderhout en prestatie van dese conditie sijn persoon ende goederen, ende speciaalijk sijn woonhuys en schuer met sijne appendentie op ende nevens dese erfpagtgrond staande, tot bedwang van alle regten ende regteren. Ende specyalijk sig onderwerpende de willige gijselinge ende beleedinge deser Heerlijkheyt van Heenvliet ende den Lande van Voorne met de kosten. Des ten oirconde is dese met het ordinaaris zegel van sijn Hoog Edelen van Heenvliet gezegeld, ende bij ons schepenen voornoemt, gesaamentlijk desen brieve beneffens [het prothocol getijkent. Huyden den] eersten july 1708. Mij present, secretaris provisioneel, [w.g.]
Den 40e penning fl. 18.15. 0 de 10e verhooginge fl. 1.17. 8 Solvit fl. 20.12
Bronnen
Recente reacties