De Olyphant

Het huis ontleent zijn naam aan de gevelsteen die is te vinden op de toren. Het huis is gebouwd in opdracht van Cornelis Coolwijk, rentmeester van de heer van Heenvliet. Men meende dat de naam verband hield met de ivoorhandel die door de stichter zou zijn uitgeoefend. Andere schreven de naam toe aan zijn relaties met Engeland. Nader onderzoek wees uit dat Coolwijk te Delft woonde aan de Voldersgracht ‘In de Gulden Olyphant’. Lees het artikel Voldersgracht 7 voor meer achtergrondinformatie over zijn huis in Delft.

Uiteindelijk had men met de bouw van dit huis een landbouwbedrijf voor ogen. Dit met het oog op toekomstige ontwikkelingen van de ommelanden zoals bedijking en inpoldering. Deze oorspronkelijke opzet van boeren behuizing zou blijven bestaan tot het einde van de 18de eeuw. Dit neemt niet weg dat zeer vooraanstaande families ‘De Olyphant’, met toebehoren, bezeten hebben.

In de eerste plaats Johan van Kerckhoven Polyander, heer van Heenvliet, die ‘De Olyphant’ kocht van de kleinzoon van Coolwijk in 1629. Kort voor zijn dood verkocht hij het huis aan de bekende Hendrik Trip uit Amsterdam, waarna het in 1666 overging op diens dochter Margaretha Trip. Zij overleed in 1711. Toen kwam het huis in bezit van Cecilia Munter.

Inmiddels is er ook in de landen van Voorne een nieuw soort landadel opgekomen. Welgestelde families die Heerlijkheden en dorpen in het bezit kregen en zich hadden weten op te werken. Zo ook Jan Preuijt, heer van Oudenhoorn en lid van de Vroedschap van de stad Brielle. Hij krijgt uiteindelijk in 1772, van de erfgename van Gravin Cadogan, ‘De Olyphant’ in zijn bezit. Aangenomen wordt dat de functie van het huis als boerderij werd gecombineerd met die van buitenplaats. Via de kleindochter Johanna Preuijt die trouwt met Ary Kwak, secretaris van Zwartewaal, zal ‘De Olyphant’ dienst doen als ambtswoning van de ambachtsheer, tevens burgemeester. In deze functie werd Arij Kwak opgevolgd door Cornelis Kwak, die als heer van ‘De Olyphant’ tot op heden nog grote bekendheid geniet.

In 1827 werd het Voornse Kanaal aangelegd wat de omgeving van het huis geheel heeft doen veranderen waardoor het gebouw meer op de achtergrond werd gedrukt.

De dames Hofkes hebben het grote fortuin, dat door hun oom werd nagelaten, na hun dood omgezet in de zogenaamde Hofkesstichtingen bestemd voor Zwartewaal, Heenvliet en Oudenhoorn. Het huis verkochten zij aan de N.V. Hollandia Melk, die hierin een melkfabriek vestigde. In 1918 was er wederom een nieuwe eigenaar de heer A. Korteweg. Zes jaar later werd serieus overwogen om het hele gebouw maar af te breken. Dat dit niet is doorgegaan, kan onder meer worden toegeschreven aan de vele protesten. Notaris J.M. Korteweg, de volgende eigenaar gaf in 1929 opdracht tot een volledige restauratie die in 1930 werd voltooid.

Door de industriële ontwikkelingen op Rozenburg werd het huis wederom bedreigd met sloop. Daarom wordt het in 1975 in zijn geheel verplaatst van Nieuwesluis aan het Voornse Kanaal naar de Rotterdamse wijk Charlois, op de plek van een kort tevoren afgebrande boerderij. Het gebouw wordt op Charlois tegenwoordig voornamelijk gebruikt voor zakelijke bijeenkomsten en trouwpartijen.

bron: “Een en ander over de Olyphant nabij Nieuwesluis” door J. Klok
bron: Wikipedia D’Oliphant
bron: http://www.achterdegevelsvandelft.nl
bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Johan_Polyander_van_Kerckhoven_(1568-1646)
bron: Landhuis D’Olyphant