Zelf heb ik mijn overgrootmoeder nooit gekend, zij was al overleden, maar mijn overgrootvader Willem wel. Als kleine jongen ging ik wel eens met mijn opa naar zijn vader die woonde in IJmuiden in het bejaardenhuis Breezicht. Hier had hij een strikt dieet waar haring en vruchtencompot zeker geen onderdeel vanuit maakten.
Mijn opa en oma woonden aan de Zinneveltlaan 11 in Santpoort-Zuid daar in de keuken maakte oma vruchtencompot van gedroogde vruchten en werden een paar haringen nauwgezet schoon gemaakt. Alles ging in bakjes. Voor de vruchtencompot had oma een laag wit porseleinen schaaltje. De buitenkant was versiert met een afbeelding van gekleurde vruchten. Het schaaltje had een doorzichtige glazen deksel. Eenmaal gevuld gleden die schaaltjes in een zwart leren tasje. Daarna gingen opa en ik met de trein naar IJmuiden.
Wij liepen samen de gangen door van het bejaardenhuis naar de kamer van Willem. Hier was de verzorging nog aanwezig en onder argwanende blikken, die door de zuster ons werden toegeworpen, wachtten we tot we alleen waren. Daar kwam dan, uit de zwart leren tas van opa, de smokkelwaren tevoorschijn en werd het verdeeld over de klaarstaande bordjes.
Willem, langzaam lopend van de ouderdom, keek verheugd naar de verboden waren. In een mum van tijd werd dit verorbert en mijn blik gleed tijdens het wachten langs de koninklijke onderscheiding die aan de muur hing. Willem had een vriendelijk gezicht en zijn ogen twinkelden. Hij straalde rust uit tenminste dat is wat ik mij nog kan herinneren. Herinneringen van een kind. Ik was toen ongeveer zeven jaar.
Waarom juist dit in mij geheugen is blijven hangen kan ik niet zeggen maar het staat mij nog wel helder voor de geest en is mijn enige herinnering aan de oude Willem. Mochten jullie dit lezen en Willem beter hebben gekend dan ik en nog leuke anekdotes weten over Willem of Pieternella laat mij het dan weten of schrijf het eens op. Dan plaatsen we het op de site.
One Comment