Als lekkere vis gepreesen word

De polder rond Zwartewaal is zeker niet de meest vruchtbare van alle polders op Voorne. In de middeleeuwen is de Zwartewaalse polder vooral gebruikt voor de winning van zout: het zogenaamde moeren, waarbij zout uit opgedolven veen wordt gewonnen.

De gevolgen daarvan worden in een oorkonde van 1510 beschreven. De polder van Zwartewaal, “dat seer snode en meest uitghedolven lant is, vele arme luyden toebehorende”. Maar in Zwartewaal wonen niet alleen arme boeren. “Sommige van hen generen ook ter zee” . Of het bij deze vissers een vetpot is, wordt er niet bijverteld.

Na de septemberstormen van 1509 staat de zeedijk van Zwartewaal – de Maasdijk – langs de Brielse Maas, waar vloed en eb vrij spel hebben , op het punt van doorbreken. De grondeigenaren van de Zwartewaalse polders hebben weinig geld. Het onderhoud van de zeewering is jarenlang verwaarloosd.

De gevaarlijke situatie ontgaat ook Keizer Maximiliaan niet. Hij draagt na die heftige septemberstorm de omliggende polders op om bij te dragen aan de onderhoud van de Maasdijk.

Daarop steekt een andere storm de kop op, die van protesten. De grondeigenaren van Heenvliet, Veckhoek, Nieuwe Lant en de Oud-helvoet slagen deels in hun opzet en dragen minder bij aan het onderhoud dan aanvankelijk de bedoeling is. Het conflict sleept zich jaren voort.

Tenslotte ontfermen de Staten van Holland zich op bevel van Keizer Karel V over het onderhoud van de dijk, vanaf dat moment “des Graaflyheyts Maasdyck` geheten.

Ondertussen is de Zwartewaalse Maasdijk in 1511 en 1512 versterkt en verhoogd. Aan de rivierzijde worden stervormige dammen opgeworpen om de beukende golven te breken. Aan de voet van de dijk komt een houten damwand die is verzwaard met natuursteen. En toen kon de Maasdijk er weer even tegen.

Bron: Streek archief Voorne-Putten.